Your browser version is outdated. We recommend that you update your browser to the latest version.

Voorgeslachten van

Janny en Willem Bronsema

Nederlandse Geschiedkundige Gebeurtenissen

1600 tot 1700

 

1600: De slag bij Nieuwpoort
Prins Maurits van Nassau (1567-1625) wordt door de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën erop uitgestuurd om Duinkerken te veroveren. De Duinkerkse Kapers brachten de Republiek veel schade toe op zee.
Bij Lombardsijde, nu Nieuwpoort, komt Prins Maurits (1567-1625) het Spaanse leger onder leiding van Hertog Albrecht tegen.De strijd begint op 2 juli en wordt gewonnen door het leger van Prins Maurits (1567-1625).
Het beleg van Nieuwpoort mislukt echter en Prins Maurits (1567-1625) keert terug zonder Duinkerken bereikt te hebben.
Adel:
In 1600 waren slechts 25 geslachten gerechtigd in de vergaderingen van de Hollandse Ridderschap te verschijnen.

Jacob Quaeckernaeck
verschijnt voor de Japanse kust.

In ongeveer 1600 geboren ROELEFF REINERS Mijn eerste voorvader tot nu toe gevonden[jaartal is niet zeker]


1601: Willem van Nassau-van de Lek
Willem van Nassau-van de Lek werd in 1601 geboren en gestorven op 18 augustus 1627 te Groenlo. Hij was de zoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau (1567-1625) en Margaretha van Mechelen. Willem van Nassau-van de Lek trouwde op 4 april 1627 met Anna van der Noot. Willem van Nassau-van de Lek stierf kinderloos.


1602: Amalia van Solms-Braunfels/ Oprichting V.O.C.
De geboorte van Amalia van Solms-Braunfels. Zij wordt geboren op 28 augustus 1602 te Braunfels en overleed op 8 september 1675 te 's Gravenhage. Zij was de dochter van Johan Albrecht I von Solms-Braunfels (1563-1623) en Agnes Sayn-Wittgenstein. Amalia van Solms-Braunfels (1602-1675) trouwde in 1625 met Prins Frederik Hendrik van Oranje-Nassau (1584-1647), zoon van Prins Willem I van Oranje-Nassau (1533-1584) en Louise Coligny (1555-1620).
Oprichting V.O.C.
Door het initiatief van vooral Johan van Oldenbarneveldt werd op 20 maart 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.) opgericht. De V.O.C. kreeg het alleenrecht van de handel met de landen ten oosten van de Kaap de Goede Hoop. Het bestuur van de VOC bestond uit bewindhebbers van de zes Handelskamers van Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen, met als hoogste (dagelijks) bestuur de "Heeren XVII".
Het was een Naamloze Vennootschap met een beginkapitaal van bijna 6,5 miljoen guldens
(€ 2949700).

1603: Abel Jansz. Tasman
Abel Jansz. Tasman (1603-1659) geboren in 1603 te Lutjegast bij Groningen. Hij was een zeevaarder op zoek naar het Zuidland in opdracht van Anton van Diemen, Gouveneur-Generaal van de VOC. Toen hij tussen 1642-1644 het eiland Tasmanië, dat pas later zo genoemd werd, Nieuw-Zeeland, Tonga-Archipel (hij noemde die "Pylstaart") en de Fiji Eilanden. Op 24 november 1642 ontdekt hij een eiland die hij Van Diemensland noemde, naar de Gouveneur-Generaal van de VOC, dit is het eiland dat men nu Tasmanië. Dit met stuurman Franchoys Jacobszoon Visscher en de schepen Zeehaen en Heemskerck. In 1631 ging hij in ondertrouw met Jannetje Tjaers In 1648 na een reis naar de Filipijnen en Siam (Thailand) werd hij wegens mishandeling van schepelingen ontslagen door het VOC en vertrok naar Batavia om koopman te worden. Hij wordt genoemd als een van de ontdekkers van Australië, voor hem was Willem Janszoon in 1606 toen hij Cape York in Australië ontdekte.


1604: Geboorte van Prins Maurits van Oranje-Nassau en Graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen
Maurits van Nassau werd geboren in 1604 en stierf op 13 jarige leeftijd op 5 juni 1617. Hij was de zoon van Prins Maurits van Oranje-Nassau (1567-1625) en Margaretha van Mechelen.
Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679) werd geboren op 16 juni 1604 te Dillenburg en overleed op 12 december 1679 te Kleef en begraven in Siegen. Hij was de zoon van Jan VII 'de Middelste' van Nassau-Siegen (1561-1623) en Margaretha van Sleeswijk-Holstein.


1605: 'Duyfken'
De V.O.C. zette het zeilschip 'Duyfken' begin zeventiende eeuw in voor handelsreizen naar Nederlands Indië (Indonesië). De bemanning van de driemaster kreeg in 1605 de opdracht het gebied te verkennen, oostwaarts vanaf het specerijeneiland Banda.

Steven van der Haghen vestigt definitief de macht van de Compagnie op Ambon. Hij herovert op de Portugezen het door hem gestichte 'Kasteel van Verre'. Van de andere Molukken-eilanden werden de Portugezen ook verdreven.


1606: Johan VI (de Oudere), Graaf van Nassau-Dietz (1536-1606) sterft/ Rembrandt Harmenz van Rijn
Johan VI de broer van Willem (de Zwijger) van Oranje-Nassau sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon Ernst Casimir (1573-1632), Graaf Nassau en Dietz, Stadhouder van Friesland in 1620, Groningen en Drente in 1625.

Willem Janszoon;
In 1606 Willem Janszoon ontdekt samen met Jan Roosengijn en het schip "Het Duyfken" het schiereiland Cape York in Australië en brengt het in kaart. De V.O.C. zette het zeilschip 'Duyfken' begin zeventiende eeuw in voor handelsreizen naar Nederlands Indië (Indonesië). De bemanning van de driemaster kreeg in 1605 de opdracht het gebied te verkennen, oostwaarts vanaf het specerijeneiland Banda. Op zoek naar het Zuidland doet het scheepje in 1606 de kust van Australië in de buurt van Kaap York aan. Hiermee wordt de Duyfken het eerste Europese schip de kust van Australië op de kaart zette.

Rembrandt Harmenz van Rijn (1606-1669);
Nederlands schilder en graficus uit Leiden. Hij was werkzaam te Amsterdam vanaf
1631. In 1634 huwde hij Saskia van Uylenburgh, zij overleed in 1642. Uit dit huwelijk werd in 1641 een zoon, Titus (1641-1668), geboren. Omstreeks 1645 trok Hendrickje Stoffels bij hem in die in 1663 stierf. Na zijn insolvente verklaring leidde Rembrandt van Rijn een teruggetrokken bestaan. Rembrandt Harmenz van Rijn (1606-1669) overleed in 1669 en werd begraven in de Westerkerk te Amsterdam.
In Leiden ontwikkelde Rembrandt van Rijn zijn clair-obscurtechniek, die hem beroemd heeft gemaakt. Zijn werk bestaat vooral uit portretten, waaronder meer dan honderd zelfportretten, bijbelse voorstellingen, landschappen en mythologische voorstellingen. Rembrandt Harmenz van Rijn maakte meer dan 600 schilderijen, ca. 250 etsen en zo'n 2000 tekeningen.


1607;Admiraal Jacob van Heemskerck behaalt overwinning:
Admiraal Jacob van Heemskerck (1567-1607) behaalt bij Gibraltar een overwinning op de Spaanse vloot. Hierbij verloren Admiraal Jacob van Heemskerck (1567-1607) en de Spaanse Admiraal Juan Alvares d'Alvila het leven.
Hertog, Admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter (1607-1676) werd geboren in Vlissingen op 24 maart in het jaar 1607 als zoon van een bierbrouwersknecht.

Vanaf 1607 tot 1635 werd begonnen met het droogleggen van de Beemster (1612), de Purmer (1622) de Schermer (1634), de Wormer (1626) en de Heerhugowaard (1626). De projecten werden gefinancieerd door beleggers uit Amsterdam en waterbouwkundige als Jan Adriaanszoon, bijgenaamd Leeghwater(1575-1650) maakte het mogelijk. Jan werd geboren in De Rijp in Holland. Pas in het begin van de 17e eeuw werd hij ontdekt en werd een genie genoemd. Leeghwater was bekend met vele ambachten zoals; Molenmaker, klokkenmaker, landmeter, bedijker, meubelmaker, metselaar, schrijver, potsenbakker en kaartenmaker.


1608; Frederik Hendrik ontmoet Spinola; Twaalf Jarig Bestand
Ambrosio Spinola (1569-1630)duikt met zijn leger op bij de Zuidelijke Nederlandse Staten, dit veroorzaakte onrust in de Nederlandse Republiek. Steeds meer regenten spraken over vrede met de Spanjaarden, iets waar ze in Brussel wel oren voor hadden. Er waren ook voorstanders van oorlog net als Prins Maurits (1567-1625) en Willem Lodewijk (1560-1620) en de Calvanisten die bang waren voor de Rooms Katholieke invloed. Van Oldenbarnevelt ging er tussenin zitten, hij was voor oorlog maar dan wel met steun van buitenlandse bondgenoten, maar dat zat er niet in. Daarom reist op 1 februari 1608 Prins Maurits en zijn halfbroer Frederik Hendrik (1584-1647) en zijn neef Willem Lodewijk (1560-1620) met een stoet van Edelen naar Rijswijk om daar Ambrosio (Ambrogio di Filippo) Spinola (1569-1630), Marqués De Los Balbases te ontmoeten, na het uitwisselen van beleefdheden reed de stoet naar 's Gravenhage. Vrede werd er niet gesloten maar wel een Twaalf Jarig Bestand. De Zeven Gewesten mochten alles houden wat ze bezaten en werden vrij verklaard. De vaart met Indië werd met rust gelaten net als de Kaapvaart en andere winstgevende handel. De toegefelijkheid van de Spanjaarden kwam door de overwinning op de Spanjaarden van Admiraal Jacob van Heemskerck (1567-1607) in 1607 bij Gibraltar.



1609: Prins Filips Willem van Oranje-Nassau (1554-1618), krijgt zijn bezittingen
Prins Filips Willem verkreeg zijn bezittingen van zijn vader in Brabant, Vlaanderen, Bourgondië doordat de Spaanse Koning Filips III een bestand aangaat met de Verenigde Nederlanden.

Arminius; Jacobus Arminius van Oudewater (1560-1609) kreeg een theologisch conflict met Gomarus uit Brugge over predestinatie leer, leer van de uitverkiezing der gelovigen. Predikanten stortte zich met volle overgave op dit ingewikkelde vraagstuk en het Calvanistische kamp was al snel verdeeld in de "vrijzinniger" Arminianen en de "preciezere" Gomaristen. Na de dood van Arminius werd zijn leer op schrift gesteld, de Remonstratie. Hierin werd uiteengezet, dat het geloof een gave Gods is die de mens naar eigen verkiezing wel of niet kan aannemen. Ook werden er politieke uitspraken gedaan, de Remonstranten beweerden dat de overheid bij een Godsdiensttwist een oplossing diende aan te dragen. Opsteller van dit geschrift was o.a. de hofprediker van Prins Maurits van Oranje-Nassau, de Wittenbogaert. De bijhorende politieke ideeën kwamen van Oldenbarnevelt.
De Gomaristen kwamen hierna met hun Contra-Remonstratie, waarin werd opgeroepen tot een nationale synode die de leer van de Arminianen moest verbieden.
De geschriften werden gestuurd naar de Staten van Holland die in 1614 met de uitspraak kwam dat het vrij stond om theologisch te redetwisten over de geschilpunten maar niet via de kansel. Achter deze uitspraak stond Hugo de Groot, rechtsgeleerde en pensionaris van Rotterdam. De Staten van Holland rekenden op felle tegenstand van de Contra-Remonstranten maar ze konden niet anders omdat deze bestond uit libertijnen, voorstanders van zo ruim mogelijk Protestantisme.

In 1609 onstaat in Amsterdam de Wisselbank.

In 1609, op ongeveer eenenveertig graden noorderbreedte en vierenzeventig graden westerlengte (Noord-Amerika), een Engelse zeeman genoemd Henri Hudson ontdekte met zijn schip 'de Halvemaan' een grote baai waarin een rivier uitmondde. Hudson claimde het gebied, genaamd Nieuw Nederland, op voor de Republiek der Zeven Provincien. Hij was eigenlijk belast door de Vlamingen Emmanuel van Meteren, Judocus Hondius en Petrus Plancius met het ontdekken van een nieuwe doorgang naar Tataarland en China, voor rekening van de Oost-Indische Compagnie. Terwijl hij de kusten van Amerika aan boord van zijn schip verkende, ontdekte hij per toeval, 85 jaar na Verrazano, de toekomstige New York samen met de rivier die zijn naam zou dragen. Destijds heette het Nieuw-Amsterdam totdat de Engelsen het gebied in 1644 zonder slag of stoot innamen en de stad omdoopte tot New York naar de Graaf van York.


1610;
Pieter Both (1550-1615) Admiraal (1599-1601) van een Nederlandse handelsvloot wordt de eerste Gouverneur-Generaal (1610-1614) van de V.O.C. in Banten, Nederlands Indië (Indonesië). Hij opende een kantoor waarvanuit zaken gedaan werden. Het pand werd meerdere malen verbouwd zodat in de loop der jaren een kasteel overbleef. Pieter Both (1550-1615) verdronk toen zijn schip verging.
Door het initiatief van vooral Johan van Oldenbarneveldt werd op 20 maart 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.) opgericht. De V.O.C. kreeg het alleenrecht van de handel met de landen ten oosten van de Kaap de Goede Hoop. Het bestuur van de VOC bestond uit bewindhebbers van de zes Handelskamers van Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen, met als hoogste bestuur de "Heeren XVII".
Peter Stuyvesant (1610-1672) wordt geboren te Weststellingwerf. Op 12 januari gaat hij letteren en filosofie studeren te Franeker. In 1635 trad hij in dienst van de West-Indische Compagnie (W.I.C.). In 1643 werd hij benoemd tot Gouverneur van Curaçao. In 1644 poogden de Spanjaarden het nabij gelegen eiland St.Maarten te veroveren, hierbij verloor Peter Stuyvesant een been. Hij werd voorzien van een 'houten been' dat hij met zilverwerk liet bekleden hieraan dankte hij zijn bijnaam "Silverleg". Op 13 augustus 1645 trouwde Peter Stuyvesant (1610-1672) te Breda met Judith Bayard. In 1646 werd hij benoemd tot Directeur-Generaal van Nieuw-Nederland. In 1653 werd de hoofdstad van Nieuw-Nederland officieel door de Staten-Generaal tot Nieuw-Amsterdam (New York) benoemd. Op 30 augustus 1664 vielen de Engelsen Nieuw-Amsterdam binnen. Peter Stuyvesant wordt noodgedwongen om de stad met zijn ca. 10000 inwoners over te dragen aan de Hertog van York. In Nederland zoekt hij tevergeefs steun en keert terug naar New York als kolonist en sterft daar in
1672. In 1673 veroverde Eskader-Commandant van de Nederlandse vloot, Cornelis Evertsen jr. (1629-1679) samen met Jacob Binckes, St.-Eustatius en Nieuw-Nederland op de Engelsen. Een jaar later bij de Vrede van Westminster werd het gebied aan de Engelsen teruggegeven in ruil voor Suriname (Guyana).


1611;
In Amsterdam ontstond de Koopmansbeurs, waar de prijsbepaling van goederen en kredietverlening plaatsvond. Hier werd ook de basis gelegd voor de effectenhandel, men werkte aan een eenheid maar dat wou niet lukken.
Adriaan Pauw (1585-1653) werd benoemd tot Pensionaris van Amsterdam en bleef dat tot 1627.


1612;
De eerste walvisvaarder vaart uit, dit om een graantje mee te pikken van deze winstgevende handel. Uit het walvisspek werd traan gekookt, deze traan werd als brandstof voor olielampen gebruikt en voor de zeepfabricage. De knookolie, die uit de kaakbeenderen van de walvis maakte werd gebruikt als middel tegen reumatiek en van de baleinen van de walvis werden waaiers, paraplu's, korsetten en hoepelrokken gemaakt. De walvisvaart duurde een eeuw (1714) tot het door overbevissing tot een einde kwam.



1613: Willem Frederik van Nassau-Dietz geboren
Willem Frederik van Nassau-Dietz wordt op 07-08-1613 geboren, zoon van Hendrik
Casimir I van Nassau-Dietz
en Sofia Hedwig von Braunschweig.

Gerard Dou (1613-1675), Hij was de zoon van de glazenmaker Douwe Jansz, die hem in 1626 als 11-jarige in de leer deed bij Bartholomeus Dolendo. Op 15-jarige leeftijd ging hij in de leer bij Rembrandt Harmenz van Rijn (1606-1669) van 1631 tot 1632. Hij stond bekend om zijn verfijnde schildertechniek. Hij was in zijn tijd een gevierde schilder, die zelfs een aanbod afwees om hofschilder van Karel II van Engeland te worden. Gerard Dou kan beschouwd worden als de grondlegger van de zogenaamde Leidse fijnschilders. Zijn precieze schildertechniek kreeg in Leiden navolging van andere meesters als Frans van Mieris en Gabriël Metsu. Met de fijnschilders wordt een groep Hollandse 17de-eeuwse schilders bedoeld, die zich onderscheidden door een gemeenschappelijk streven naar een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de werkelijkheid. Hun werken worden gekenmerkt door een perfecte, vrijwel toetsloze, gladde afwerking van het oppervlak.

Bartholomeus van der Helst (1613-1670), Nederlands schilder te Amsterdam. Schilderde voornamelijk regenstukken en portretten, o.a. van Andries Bicker.

In 1613 vestigde zich een Zeeuwse kolonie van 50 gezinnen aan de Corantijn waar zij zich bezig hielden met de tabaksteelt. In 1614 wordt de nederzetting door Spanjaarden aangevallen en verwoest.


1614;
De Arimiaanse en Gomeriaanse geschriften werden gestuurd naar de Staten van Holland die in 1614 met de uitspraak kwam dat het vrij stond om theologisch te redetwisten over de geschilpunten maar niet via de kansel. Achter deze uitspraak stond Hugo de Groot, rechtsgeleerde en pensionaris van Rotterdam. De Staten van Holland rekenden op felle tegenstand van de Contra-Remonstranten maar ze konden niet anders omdat deze bestond uit libertijnen, voorstanders van zo ruim mogelijk Protestantisme.

In Groningen wordt in 1614 de Hogeschool in gebruik genomen.


1615; Nieuw-België
Vanaf 1615, de grondgebieden gelegen tussen Virginia en Nieuw-Engeland zullen onverschillig de naam van Nieuw-België (Novum Belgium, Novo Belgio, Nova Belgica, Novi Belgii) of Nieuw-Nederland dragen. Het woord België verwijst naar de oude Nederlanden, die toen een gedeelte van Noord van Frankrijk en Lotharingen, België, Luxemburg et het huidige Nederland omvatten. Zijn inwoners heetten de Belgen. Vele kaarten uit de zestiende eeuw toonden trouwens dit grondgebied onder de naam van België. De naam ging nadien in onbruik raken ten bate van Nederland, en ging pas in 1789 terug verschijnen ter gelegenheid van de eerste Belgische revolutie. Meerdere zegels uit dit tijdperk herinneren dat de grondgebieden rond de toekomstige New York de naam van Nieuw-België droegen. Een eerst zegel uit 1623 draagt een bever - voor de aankomst van de kolonisten in 1624 was de streek vooral geëxploiteerd door pelsjagers - omcirkelt met de woorden "Sigillum Novi Belgii". Het zegel van Nieuw-Amsterdam uit 1654 draagt wat hem aangaat de vermelding "Sigillum Amstellodamensis in Novo Belgio".


1616; Dirck Hartog land in West-Australië
Dirck Hartog vertrok met zijn schip 'De Eendracht' vanuit Amsterdam. Hij vaart rond de Kaap de Goede Hoop richting Java en land uiteindelijk op West Australië, het gedeelte wat nu Dirk Hartog Island heet. Hij plaatste een plaquette met gegevens over zijn ontdekkingen. Bijna een eeuw later (1696), land Willem de Vlamingh op Dirk Hartog Island en vervangt de plaquette met een nieuw en neemt de oude mee terug en is nu te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.
De Nederlanders bouwen het Fort Kijkoveral op de kruising van de Essequibo, Mazaruni, and Cuyuni rivieren in Guyana.


1617;
Prins Maurits van Oranje-Nassau had zich lang afzijdig gehouden van het getwist tussen de Remonstranten en Contra-Remonstranten maar koos na lang aandringen van zijn neef Lodewijk voor de Contra-Remonstranten. Steeds had Maurits gezegd:"Ik ben geen godsdienst geleerde, laat die maar in een vergadering uitzoeken hoe de zaken geregeld moeten worden". Uiteindelijk kon Willem Lodewijk hem duidelijk maken dat de militaire situatie er niet zo fraai voorstond. Als er een beroep gedaan moest worden dan zouden ze meer hebben aan een groep fanatieke Contra-Remonstranten, bovendien konden ze daarmee de sterkste oppositiegroep, de regenten en intellectuelen, wellicht onderwerpen.
Op 23 juli 1617 toonde Prins Maurits van Oranje-Nassau openlijk waarvoor hij stond, in 's Gravenhage kregen de Contra-Remonstranten de beschikking over de oude Kloosterkerk en hij luisterde naar de preek van voorganger Rosaeus. Frederik Hendrik en Louise de Coligny en van Oldenbarnevelt bezochten de Grote Kerk en bleven de hofprediker Wiitenbogaert trouw.
Van Oldenbarneveltt zag de tweespalt en stelde een stuk op dat later de naam de Scherpe Resolutie zou krijgen. Er werd in gesteld dat er geen nationale synode zou worden gehouden en dat de steden waargelders in dienst mocht nemen om de orde te handhaven die betaald zouden worden door de Staten van Holland. Het comando zou liggen bij de Staten en Stadsbesturen waar ze in garnizoen lagen, dit laatste was onacceptabel voor Prins Maurits van Oranje-Nassau die zijn halve leven aan de vorming van een uitstekend leger had gewerkt. Alleen Utrecht steunde de Resolutie en na overleg werd besloten dat Prins Maurits van Oranje-Nassau gemachtigd was de waargelders af te danken, hij begon hiermee in Utrecht waar hij de waargelders ontwapende zonder verzet. Tegelijkertijd veranderde Prins Maurits van Oranje-Nassau de wet in de meeste Hollandse steden, Remonstranse regenten werden vervangen door Contra-Remonstranten. De 70 jarige van Oldenbarnevelt, Hugo de Groot, Hoogerbeets (pensionaris van Leiden) en Ledenberg (pensionaris van de Staten) werden in 1618 gevangen genomen.



1618: Prins Filips Willem van Oranje-Nassau (1554-1618) sterft

Prins Filips Willem overlijdt en zijn halfbroer Prins Frederik Hendrik (1584-1647) is zijn erfgenaam.
Prins Frederik Hendrik Prins van Oranje-Nassau in 1618, Stadhouder van Holland, Brabant, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelderland (1625-1647).
De 70 jarige Remonstrant van Oldenbarnevelt, Hugo de Groot, Hoogerbeets (pensionaris van Leiden) en Ledenberg (pensionaris van de Staten) werden gevangen genomen op (08-1618) last van Prins Maurits, voorstander van de Contra-Remonstranten.

Jan Pieterszoon Coen werd Gouveneur-Generaal van 1618-1623 en van 1627-1629 om de belangen van de V.O.C. te behartigen. Hij vestigde een bestuurscentrum in Jakarta en herdoopte de stad in Batavia (1619). Hij ging te werk met grote hardheid jegens de bevolking maar werd hierin (politiek) gesteund door de Heren 17 van het dagelijks bestuur van de V.O.C. te Amsterdam. Jan Pieterszoon Coen zorgde ervoor dat de prijzen van de handel hoog bleven, desnoods stak hij hele oogsten in de fik zonder de bevolking schadeloos te stellen. De vorsten van Java werden gedwongen tegen lage prijzen produkten af te staan. De bevolking werd uitgemolken en de V.O.C. voer er wel bij, er werd in de Nederlanden vol lof gesproken over Jan Pieterszoon Coen, onder de Javaanse bevolking was dat wel anders.



1619: Johan van Oldenbarnevelt onthoofd

De Remonstrant Johan van Oldenbarnevelt, de raadpensionaris, hoogste ambtenaar van de Staten van Holland, werd in 08-1618 gevangen genomen en op 12-05-1619 onthoofd op het Binnenhof in des Gravenhage.
Oldenbarnevelt bleef tot het laatste ontkennen dat hij gepoogd had de Unie te verbreken en het voortbestaan van de Staat in gevaar had gebracht. Op het schavot zei hij:" geloof niet dat ik een landverrader ben, ik heb oprecht en vroom gehandeld, als een goed patriot, en zo zal ik sterven". De Staten van Holland schreven over die dag in hun registers:'Een man van grote bedrijven, besoingne, memorie ende directie, jae, singulier in alles..Die staet, siet toe, dat hij niet en valle: en sy Godt syne siele genadigh'.
Zijn compagnon Hugo de Groot, rechtsgeleerde, pensionaris van Rotterdam, wordt op 05-06-1619, samen met Hogerbeets, pensionaris van Leiden, overgebracht naar Slot Loevestein waar zij levenslang kregen en hun goederen werden vebeurd verklaard.
Ledenberg (pensionaris van de Staten) had zich tijdens zijn gevangenschap van het leven beroofd, misschien om zijn familie de verbeurdklaring van goederen te besparen, maar de rechtbank liet zijn lijk alsnog aan de galg ophangen zodat het vonnis was uitgevoerd en de goederen aan de Staat vervielen.
Van Oldenbarnevelt werd op 11 jarige leeftijd rijp bevonden om in Leiden te gaan studeren waar hij in contact komt met vele geleerden en Prins Frederik Hendrik. Met o.a. van Oldenbarnevelt maakte hij als lid van een gezantschap een reis naar Frankrijk, waar hij aan het hof van
Hendrik IV werd voorgesteld als "het wonder van Holland". Hij was 15 jaar toen hij promoveerde tot Doctor in de rechten. Als vriend en politiek gelijkgezinde van Oldenbarnevelt werd hij betrokken bij de landspolitiek door zijn functie van pensionaris van Rotterdam. Van Oldenbarnevelt voerde door aankoop van ambachtsheerlijkheden de titel "Heer van Berkel en Roderys", maar hij was van boerenafkomst, zijn zoon had de heerlijkheid Stoutenburg gekocht en noemde zichzelf "Willem van Stoutenburg". Zijn broer Reinier noemde zichzelf naar de hofstede Groeneveld.


1620;
Adriaan Pauw (1585-1653), pensionaris van Amsterdam (1621-1627), kocht in 1620 de Heerlijkheid Heemstede en noemde zichzelf "Heer van Heemstede".



1621: Hugo de groot ontsnapt

Hugo de Groot onsnapt op 21-03-1621 in een boekenkist van Slot Loevestein. De rechtsgeleerde, theoloog en staatsman Hugo de Groot (Grotius) (1583-1645). Hij wordt beschouwd als de grondlegger van het volkenrecht door zijn wereldberoemde werk over het recht van oorlog en vrede. Als aanhanger van de remonstranten werd hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld in 1618, maar wist in een boekenkist uit slot Loevestein te ontsnappen (1621), een idee van zijn vrouw Maria van Reigersberch.
Hij vluchtte naar Antwerpen waar hij bij vrienden verbleef en reisde later door naar Parijs. hij werd vorstelijk onthaald in Parijs en ontving zelfd een jaargeld van de Franse Koning. Ook was hij aktief als gazant van Zweden maar heeft daarin nooit een grote rol gespeeld. Als schrijver van het werk "Over het recht van oorlog en vrede" behaalde hij een wereldsucces. hij had hierin ideeën die zijn tijd ver vooruit waren en had hierin een zeer moderne visie op intenationale betrekingen. In 1644 vertrok hij van Parijs naar Stockholm, onderweg leed hij schipbreuk op de kust van Pommern en overleed in 1645 te Rostock.
Van Oldenbarnevelt werd op 11 jarige leeftijd rijp bevonden om in Leiden te gaan studeren waar hij in contact komt met vele geleerden en Prins Frederik Hendrik. Met o.a. van Oldenbarnevelt maakte hij als lid van een gezantschap een reis naar Frankrijk, waar hij aan het hof van
Hendrik IV werd voorgesteld als "het wonder van Holland". Hij was 15 jaar toen hij promoveerde tot Doctor in de rechten. Als vriend en politiek gelijkgezinde van Oldenbarnevelt werd hij betrokken bij de landspolitiek door zijn functie van pensionaris van Rotterdam. Van Oldenbarnevelt voerde door aankoop van ambachtsheerlijkheden de titel "Heer van Berkel en Roderys", maar hij was van boerenafkomst, zijn zoon had de heerlijkheid Stoutenburg gekocht en noemde zichzelf "Willem van Stoutenburg". Zijn broer Reinier noemde zichzelf naar de hofstede Groeneveld.

In 1621, na het 12 Jarige Bestand, werd de Geoctroyeerde Westindische Compagnie opgericht, deze richtte zich vooral op de Kaapvaart tegen Spanje. De G.W.C. bestond uit 5 Kamers en een dagelijks bestuur van 19 Heren. Naast de Kaapvaart was het doel zoveel mogelijk gebieden in Noord- en Zuid- Amerika te veroveren en kolonieen of volksplantingen te stichten.


1622;
In dit jaar telde Amsterdan zo'n 100.000 inwoners, de steden Haarlem, Delft en Leiden tellen tussen de 20.000 en 50.000 inwoners.


1623;Pieter de Carpentier:
Op 1 februarie volgt Pieter de Carpentier de Gouverneur-Generaal van Nederlands Indië, Jan Pieterszn Coen (1617-1623), op.


1624;
Het is in mei 1624 dat 'de Nieu Nederlandt', een schip gecharterd door de West-Indische Compagnie, bij het eiland van Manhattan komt. Aan boord zijn er een dertigtal Belgische families: de meeste zijn Walen vergezeld door een aantal Vlamingen. Op deze dertig families, acht kolonisten zullen spoedig een fort gaan bouwen in het zuidelijke gedeelte van Manhattan - op de huidige plaats van Battery Park. De anderen verdelen zich als volgt: vier echtparen en acht mannen gaan de Delaware rivier vervoegen en daar de Fort Nassau bouwen(dichtbij de huidige stad van Gloucester in de New Jersey). Twee families en zes mannen varen stroomopwaarts op de Fresche rivier (Connecticut) en gaan er een kleine vesting aanleggen op de huidige plaats van de stad Hartford. Ongeveer achttien families blijven aan boord van de 'Nieu Nederlandt' en varen stroomopwaarts op de Hudson rivier. Ze gaan ontschepen op de huidige plaats van de stad Albany (hoofdstad van New York State).
De Nederlanders bouwen een tweede fort in Berbice (Brits-Guyana).



1625: Prins Frederik Hendrik, Prins van Oranje-Nassau (1584-1647) trouwt

In April 1626 overleed Prins Maurits. Het bevel over de strijdkrachten draagt hij over aan zijn halfbroer Prins Frederik Hendrik en vroeg Prins Frederik Hendrik in belang van het voortbestaan van de Oranje Dynastie te trouwen. Dit deed Prins Frederik Hendrik met Amalia von Solms-Braunfelt (1602-1675), zij was een hofdame uit het gevolg van Frederik van Palts, de 'Winterkoning' van Bohemen.
In de tijd van Prins Fredrik Hendrik diende 26 Graven uit het Nassau geslacht in het Staatse leger.

Johan de Witt (1625-1672):
In 1625 werd Johan de Witt (1625-1672) geboren in Dordrecht. Hij was de 2e telg uit het oude regenten geslacht. In 1641 ging hij samen met zijn broer Cornelis rechten studeren in Leiden. Na hun studie vestigde Johan de Witt zich in 's Gravenhage als advocaat. In 1650 werd hij pensionaris van de stad Dordrecht. In november 1650 overleed Koning en Stadhouder Prins Willem II van Oranje-Nassau aan waterpokken. Omdat Prins Willem III (1650-1702) nog geboren moest worden werd in januari
1651 in de "Grote Vergadering" een opvolger gekozen. Deze opvolger kwam er niet zodat de Raad van Regenten besloten zonder Stadhouder door te gaan. Dit was het Eerste Stadhouderloze tijdperk 1651-1672.
In 1653 werd Johan de Witt gekozen tot Raadpensionaris. Johan de Witt was geen voorstander van de Oranjes en liet 1654 samen met de Staten van Holland vastleggen in de 'Akte van Seclusie' dat de zoon, Prins Willem III (1650-1702), van Koning Willem II, Stadhouder en Prins van Oranje geen Stadhouder kon worden. Desondanks bleven de Oranjes populair onder de bevolking.
In 1666 werd, om het volk rustig te houden, Prins Willem III (1650-1702) tot uitgeroepen tot 'Kind van Staat', wat betekende dat hij werd opgeleid in staatszaken. Deze opdracht zou Johan de Witt op zich nemen.
De onlusten met de twee vijanden Frankrijk en Engeland bleven voortduren en in 1670 sloot Frankrijk met Engeland een geheim verdrag om de Staten aan te vallen. In 1672 worden de Staten aangevallen door Frankrijk, Engeland en door de legers van de Bisschoppen van Munster en Keulen. Het volk gaf Johan de Witt de schuld van dit alles. Hij werd door het volk uitgemaakt voor landverrader en in juni 1672 werd de eerste aanslag op zijn leven gepleegd. In het begin van augustus van dat jaar legt hij zijn functie neer als Raadpensionaris. Twee weken later wordt hij samen met zijn broer Cornelis gearresteerd en vastgezet. Hij werd (vals) beschuldigd omdat hij een moord zou voorbereiden op de Prins van Oranje, een gerucht dat was verspreid door een barbier Tichelaar uit Piershil in de Hoekse Waard. Op 20-08-1672 ging Johan de Witt zijn broer uit het gevang halen. Bij de ganvangenpoort in 's Gravenhage had een woedende menigte zich verzameld en eiste het leven van de gebroeders de Witt. Het volk dingde de Gevangenenpoort binnen en staken en schopten Cornelis dood en Johan de Witt werd getroffen door een pistoolschot. Men hing de lijken aan hun voeten aan de galg en sneden de lichamen aan stukken aldus de verslagen van het gebeurde.
Pas in 1918 onthuld Koningin Wilhemina een standbeeld bij de Gevangenenpoort in 's Gravenhage. De tekst luid; Leider en dienaar der Republiek, vormer hare machtigste vloten, verdediger der vrije zee, verzorger van 's lands gelden, wiskundige, een volmaakt Hollander.

Paulus Potter:
Paulus Potter (1625-1654) was Noord-Nederlands schilder en etser. Hij goldt als de grootste dierschilder van de Hollandse school. Zijn bekenste werk is het grote doek "Jonge Stier". Hij was zeer bedreven in het maken van lichteffecten op waters en weiden.



1626: Prins Frederik Hendrik en Ernst Casimir rukken op

Prins Frederik Hendrik, Prins van Oranje-Nassau (1584-1647) en zijn neef Graaf Ernst Casimir van Nassau beginnen een offensief.

Ernst Casimir (1573-1632), Graaf Nassau en Dietz, Stadhouder van Friesland in 1620, Groningen en Drente in 1625, trouwde in 1607 met Sophia Hedwig von Brunswick-Wolffenbüttel (1592-1642).
De tak van Ernst Casimir erft later de titel Prins van Oranje doordat Willem III (1650-1702) kinderloos blijft. Ernst Casimir is de zoon van Johan VI de Oudere(1536-1606) de broer van Willem de Zwijger.
Geboorte van Geeraert Brandt (1626-1685), Mastedams remostrants predikant, letterkundige en geschiedschrijver, schoonzoon van Barlaeus, hij schreef o.a. De vijnzende B>Torquatus en schreef biografieën van de Ruyter, Hooft, en Vondel.
De verovering op Oldenzaal maakt een einde aan het Spaanse bestuur in Overijssel.

Jan Steen (1626-1679), schilderde voornamelijk om zijn schulden af te lossen. Over zijn opleiding tot schilder is weinig bekend. Waarschijnlijk is hij in de leer geweest bij, onder meer, de landschapschilder Jan van Goyen. Met zijn dochter trouwde Jan Steen in 1649.
In 1626 werd de schilder Jan Steen geboren. Hij was een zoon van een Leidse bierrouwer, een vak dat Jan zelf nog beoefend had in Delft. Vanwege economische redenen had hij in 1672 ook nog een herberg. Zijn schilderscarrière startte bij leermeester zoals, Nicolaus Knüpfer in Utrecht, Adriaen van Ostade en Jan van Goyen. Jan Steen trouwde tweemaal, als eerste in oktober 1649 met Margriet, de dochter van zijn laatste leermeester Jan van Goyen. Zij overleed in 1669, waarna Jan Steen hertrouwde met Maria van Egmont. In totaal werden er vijf kinderen geboren, waarvan er twee ook schilder werden en een beeldhouwer. In 1670 ging hij weer in Leiden wonen waar hij op 3 februari 1679 overleed en in het familiegraf in de Pieterskerk werd bijgezet.
In 1626, Pierre Minuit, gouverneur van Nieuw-België, werd beroemd door het aankopen van het Manhattan eiland aan de Manhatten Indianen, in ruil voor snuisterrijen en andere kleinigheden, namelijk het equivalent van 60 gulden (24 dollars). Pierre Minuit was een Waal, geboren te Ohain in Brabant, die met zijn familie de godsdienstkwellingen had gevlucht. De West-Indische Compagnie, feodale organisatie, deze legde aan alle kolonisten die naar Nieuw-België wilden emigreren een aantal strenge regels op: naast het uitoefenen van de hervormde godsdienst, de kolonisten waren verplicht exclusief gebruik te maken van het Nederduits - de taal waarvan Vlaams en Nederlands afkomstig zijn -, in alle publieke aktes van de kolonie. Vele familienamen kregen een Nederlandse "camouflage", zoals Rapalje voor Rapaille of Minnewit voor Minuit. Andere kolonisten werden gewoon genoemd bij de naam van de Hollandse stad dat ze juist verlaten hadden. Het welwillende en beschermende gedrag van Pierre Minuit ten opzichte van de kolonisten, samen met de begeerte van een Bewindhebber van de Hollandse Compagnie die zijn neef als gouverneur wou opleggen, zullen leiden tot zijn terugroeping in 1632. De sporen van de Walen en Vlamingen in New York zijn veelvuldig en vaak onbekend: de Gowanus baai bijvoorbeeld, ten westen van Brooklyn komt van Owanus, de Latijnse vertaling van Ohain, het geboortedorp van Pierre Minuit. De Wallabout baai, ten noorden van Brooklyn is een vervorming van Waal bocht. De naam Hoboken, een welbekende wijk in New York, komt uit de agglomeratie van Antwerpen in Vlaanderen. Communipaw, te Jersey City, is de samentrekking van Community of Pauw. Michel De Pauw, uit Gent in Vlaanderen, had ook Staten Island in 1630 aan de Indianen gekocht. Wat betreft Peter Stuyvesant, aan wie sommige mensen het vaderschap van New York absoluut willen toekennen, die is maar in 1647 aangekomen, d.w.z. drieëntwintig jaar na de landing van de eerste kolonisten.
Note:
The source about Pierre Minuit came from "Der Mann, der Manhattan kaufte und andere Geschichten vom Niederrheim" by Clemens Reinders.
A friend of mine who lives in Ohain wrote to Wesel in Germany to ask some informations about Pierre Minuit and the city sent to him some papers where we find the story of Pierre Minuit and his father Jehan Minuit. Jehan and his wife Sarha N??came in
Wesel from Antwerpen in 1581 and had a child, Pierre Minuit between 1584/89? Pierre married with Gertrud Raets from Kleve in 1613.
The first man who said that Pierre Minuit came from Ohain was Robert Goffin oh Ohain (1898/1984) in his book "De Pierre Minuit aux
Roosevelt
", published by Brentano 1943, but it was a mistake.
bron/source: Philippe Hesmans website:
1624 From Hainaut to Manhatten


1627;
Met de verovering van Oranje op Groenlo sluit de oost-grens toe.

Kapitein Pieter Nuyts (1598-1655) geboren in Middelburg. Hij ontdekt met zijn schip 'Het Gulden Zeepaerd' de Australische Zuidkust en gaat op 26-01-1627 aan wal (vlabij Streaky Bay). Er wordt beweerd dat Nuyts niet de kapitein was van Het Gulden Zeepaerd was, hij zou ambassadeur te Japan geweest zijn en daarna Gouveneur van Formosa.



1628: Pieter Pieterszoon Heyn (of Piet Hein / Piet Heyn) veroverd de Zilvervloot

Piet Heyn geboren te Delftshaven op 27-11-1577, veroverd bij Cuba op 8 september de Spaanse Zilvervloot, het zilver kwam uit de mijnen van Peru.
Piet Heyn stierf op 16 juni 1629 tijdens een zeegevecht met de Duinkerkse kapers en werd begraven in de Oude Kerk in Delft. Koning Willem III eerder hem 150 jaar later met een standbeeld in zijn geboorteplaats.



1629: Prins Frederik Hendrik veroverd des Hertogenbosch/ Cornelis Tromp

In 1629 vorderde Prins Frederick Hendrik van Oranje Nassau het kasteel Maurick in Vught als zijn hoofdkwartier. Het kasteel behoorde toe aan Jonker Arndt Heym. Prins Frederik Hendrik van Oranje-Nassau verjaagd de Spanjaarden uit 's Hertogenbosch en de Prins krijgt de bijnaam "de Stedenbedwinger". Hij heroverd onder andere 's Hertogenbosch, Breda, Sas van Gent, Venlo, Roermond, Maastricht, en Rijnberk.

Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691):
Op 9 september 1629 werd Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691) te Rotterdam geboren. Hij was de tweede zoon van de befaamde Maerten Harpertszoon Tromp (1598-1653). In 1645 werd hij als Luitenant op het schip van zijn vader geplaatst en vaart uit naar Duinkerken. In 1649 wordt Cornelis Tromp (1629-1691) bevorderd tot Kapitein. In 1650 bestrijd hij de Noordafrikaanse Kapers. In 1652 nam hij deel aan de Eerste Engelse Oorlog (1652). Na de slag bij Leghorn, tegen de Engelsen, in 1653, werd hij tot Admiraal benoemd.
In 1654 vocht hij tegen de Algerijnen en nam deel aan de Oorlog tussen Sweden, Brandenburg en Denemarken. In 1663 werd Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691) bevorderd tot eskader-Commadant van de Nederlandse Vloot in de Middellandse Zee. Op 30 April 1673 werd Cornelis benoemd tot Luitenant-Admiraal en 'hangt' na de vrede met Engeland vooral rond de Franse en Spaanse kust.
Op 7 Mei 1676 ging Cornelis Tromp, met toestemming van de Stadhouder over in Deense dienst als Generaal-Admiraal en rijksraad van het Koninkrijk Denemarken. Op 11 Juni 1673 versloeg een Deens-Nederlandse vloot onder Admiraal Tromp op vernietigende wijze de Zweedse vloot bij Öland in 1676. Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691) wordt door de Deense Koning in de Adelstand verheven en hem het Graafschap Selsburg verleend. In 1677 wordt, na de dood van Admiraal de Ruyter (1607-1676), Luitenant-Admiraal-Generaal Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691) kreeg in 1678 onstlag uit Deense dienst, in 1691 werd Cornelis benoemd tot Opperbevelhebber van de Nerderlandse vloot. Na een lange tijd van ziekte overleed op 29 Mei 1691 overleed Cornelis Maartenz. Tromp (1629-1691) in Amsterdam en werd bijgezet in het (praal) graf van zijn vader te Delft.
In 1629 werd een gebied in Brazilië op de Portugezen veroverd. Onder leiding van Graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen kwam het gebied tot grote bloei. Het tekort aan slaven was echter groot en dus besloot de WIC dit zelf te gaan organiseren.
Jacob van Ruysdael (1629-1682) was een Nederlands schilder en graficus. Hij was vermoedelijk leerling van zijn oom Salomon. Na 1650 maakte hij zijn beroemde panoramalandschappen, meestal uit de omgeving van Haarlem. Zijn panoramaschilderijen bestonden uit levendige boeiende bewolkte luchten die soms een derde van een schilderij kon beslaan. Hierna ging hij over naar de romantische sfeer schilderijen waarin hij de figuren door anderen liet schilderen. Hij was leraar en vriend van Meindert Hobbema (1638-1709).


1630; Elisabeth van Oranje-Nassau
Op 4 augustus 1630 wordt in 's Gravenhage Elisabeth van Oranje-Nassau vermoedelijk dood geboren. Zij was de dochter van Prins Frederik Hendrik van Oranje-Nassau (1584-1647) en Amalia von Solms-Braunfels (1602-1675).
In 1630 veroverden 7.000 soldaten in dienst van de West-Indische Compagnie (W.I.C.), het gebied rondom de hoofdstad van Pernambuco (Recife). Brazilië was toen nog een Portugese kolonie. Tot 1654 hield de Nederlandse kolonie stand in Brazilië. De kolonie van de W.I.C. strekte zich uit over de lange kuststreek van Maranhao tot bij Salvador da Bahia. In 1654 trokken de Nederlanders zich terug. De Nederlanders hielden zich bezig met suiker- en slavenhandel in Brazilië toch bracht dit niet genoeg op voor de West-Indische Compagnie vanwege de hoge kolonisatiekosten. Uiteidelijk besluit de W.I.C. in 1654 zich terug te trekken uit Brazilië. Dit jaar wordt in Brazilië nog altijd beschouwd als het begin van het ontstaan van de nationale eenheid.


1631;
Adriaan Pauw (1585-1653) wordt benoemd tot Raadspensionaris van de Staten van Holland. Hij ligt overhoop met Prins Frederik Hendrik die een verbond wil sluiten met Frankrijk en dat terwijl Adriaan Pauw, Holland en Amsterdam zagen liever dat Nederland een verbond met de Spanjaarden aanging. Prins Frederik Hendrik stuurde Adriaan Pauw naar Frankrijk om een verbond tegen de Spanjaarden te sluiten, vreemd genoeg accepteerde Adriaan Pauw deze opdracht, slaagde en nam in 1636 ontslag als Raadspensionaris.


1632: De val van Breda

Prins Frederik Hendrik veroverd de zuidelijke Nederlanden, Roermond en Venlo vallen gemakkelijk iets moeizamer gaat het met Maastricht.


1633: Wouter van Twiller

controle van de gegevens.

nu er meer aktes zijn die je kan raadplegen. wil ik de fouten er zo veel mogelijk uit halen

Daarom geen gegevens op het ogenblik

willem