Your browser version is outdated. We recommend that you update your browser to the latest version.

Voorgeslachten van

Janny en Willem Bronsema

 Hier staan de belevenissen die ik gevonden heb over de OUDSTE VOOROUDER van de Bronsema kant. Belijdenissen 

1771. Den: 27: Febr: na voorgaende belijdenis, aengenomen Jacob Roelefs 

  
1780. den: 6: Sept: volgende perzoonen, na voorgaende onderwijzing en belijdenis, aengenomen:
.
Zwaentje Klaeszens, Huisvrouw van den Schulte Jakob Roelefs.
 

 
 
…………………………………………………………………………………………………………………………
 
 
 
. 1783 den 18 mai is Jakob Roelfs door de kerkenraad en mans ledematen der gemeente
tot boekhoudende diaken verkozen, en na ene onverhinderde driemalige kondiging
den 18 juni 1783 bevestigt.

1783 den 19 juni
heeft Tonnis JansRoelfs zijn overgelangt, en  als afgaande boekhoudende diaak rekening gedaan
en is bevonden, dat zedert de vorige rekening was meerder ontvang 39-2-2
welke penningen, met de brieven en boeken daar van zijnde, aan den
nieuwen boekhoudenden diakon Jakob
aangenomen, waar op Tonnis Jans

Den 31den maij 1784
heeft JacobRoelfs op Euvelgunne als boekhoudend
diaak rekening gedaan

Den 10den maij 1785 heeft de boekhoudend diaak JacobRoelfs
van Euvelgunne rekening gedaan

Den 11 junij 1786 is Jan BerendsJacobRoelfs diakonije rekening
afgelegt

D. 27 maij 1787 is tot ouderling verkoren de E. G. B. Veenkamp
op de Euvelgunne in de plaats van Freek Roelfs

Den 28 maij [1787] heeft Jacob Roelfs diakonije rekening gedaan
van Middelbert
tot diaak verkoren in plaats van Pieter Popkes

Den 12 junij heeft
van den kerkenraad, en die er meer
tegenwoordig waren, voor zijnen getrouwen dienst bedankt is.
 


Den 14den octobr. 1789 is kerkenraad gehouden in de tegenwoordigh.
van de WelEerw. Heeren H. Sijpkens
G. B. Veenekamp ingedient, waren aangehoort en ondersogt
heeft de weleerw. heer praeses H. Sijpkens aan genoemden ouderling
en overige kkraads leden eene zeer opwekkende aanspraak gedaan ter
kwijting van hunnen pligt, aansporing tot onderlinge vreede en eensgesindhd., en
betering van eerbied agting en lievde voor hunnen waardigen en vreede
lievenden leeraar, die, om den vreede te bewaren, zelvs in meer genoemde
verkiesing niet gestemt hadde. Dog de ouderling G. B. Veenekamp
zeide hierop dat het wel zoo wezen moeste, an het H. Praese gesegt
hadde, dan dat hij, wegens zijn verdoemelijk hart, als nog tot den
vreede niet kon besluiten, waarop de Praeses hem op het aller
nadrukkelijkste vermaande tot verootmoediging over zijn loos
gestel en zijnen pligt voorstelde; dit was eindelijk van dat
gevolg, dat alles in de lievde is bijgelegt, alzoo de ouderling
G. B. Veenekamp in tegenwoordigheid van boven genoemde
committeerden de hand van vriendschap gegeven heeft.

Den 24 den maij 1790 heeft de boekhoudend diaak scholte
Jacob Roelfs rekening gedaan

Den 27den februarij 1791 kerkenraad gehouden
art. 2 afwezig zijn geweest de ouderling Garbrand Beernds
Veenkamp
, de diaak Jacob Roelfs, en de diaak Jan
Beernds

Den 4den september 1791 kerkenraad gehouden
art. 2 De leden van den kerkenraad waren present, uitgenomen
Jacob Roelfs als diaak was afwesig

1792
Den 19 den augustus is, naa dat er 's morgens was
bekent gemaakt, dat 's namiddaags een ouderling in plaats
van de overleden gesw. Garbrand Beernds Veenekamp, en
een boekh. diakon in plaats van de overleden Scholtus Jacob
Roelfs
, door de stemmende mansledematen zoude verkoren
worden, is men 's namiddaags in het choor van de kerk
gekomen ten einde voorschreven, dog er was, behalven de
kerkenraads leden, uit de gemeente niemand present
dan de schoolmr. Henrijk Bruininga.
, J. Meijer en H. Heres predikanten
te Groningen, Haren en Westerbroek als gecommitteerde van
de classis, op verzoek van den ouderling G. B. Veenekamp, welke met de
aanstelling van den diaak (ziet acten van den 17 maij 1789) niet
tevreeden was.
Art. 4
De ouderling G. B. Veenekamp bragt de navolgende beswaren in:
1 mo. dat Do. F. A. Begemann afgekondigd dat op volgend zondag
een boekhoudend diaak zoude gekosen worden, er niet bij gekondigt
had, dat de mans ledematen mede moesten stemmen volgens
gebruik, en dat daarom dezelve waren weggebleven, uitgezondert eene
Tonnis Jans.
Dnus Begeman repliceerde hierop, dat hem niet bewust was, dat
de kondiging met die bijvoeging moest geschieden, maar dat dezelve
als voorheen gebruikelijk geschied was, en dat er ook telkens uit de
gemeente bij de verkiesing slegts 2 of 3 waren gecompareert, zoo dat
de gemeente dit aan den kerkeraad overliet, gelijk ook nabuirige
gemeentens geschieddte. Dit bevestigden ook alle de overige leden
van den kerkenraad.
2 do. dat men nieuws had ingekozen tot continuerende boekhoudend
diaak scholte Jacob Roelfs, daar er nog wel 2 bekwame personen
gevonden wierden, met naam Harm Louwes en Abel Laurents.
Do. Begemann berigte hierop in 't gemeen, dat hem tot dit amt
geen bekwame en geschikte personen bekent waren, in 't bijzonder
dat genoemde Harm Louwes een swager was van de thans zittende
diaak, en niet wiste dat Abel Laurents genoegsam bekwaamheid
in het schrijven hadete. Dit confirmeerden ook alle overige
leden van den kerkenraad.
3 tio. dat geen aanverwanten in de kerkenraad konden zitten,
en dat de ingekosene boekhoudende diakons vrouw eene nigte
was van den ouderling Elle Hindriks, dat die ouderling ook
aangetrouwde oom was over den diaak Jan Beernds.
Dog klager beleed zelve dat hij bij de verkiesing van een
boekhoudend diaak op zijnen schoon zoon gestemt had, zoo dat
hem nog meer sterkte [?] het beswaar dat hij onbedagt indienden.
4 to. dat Do. Begemann maar eenmaal gekundigt had, dat de
scholte Jacob Roelfs tot boekhoudend diaak was ingekosen
om 6 jaar te continueren, zonder dat er wederom bevestiging
geschied was.
Do. Begemann en de overige kerkenraads leden verklaarden, dat
dit volgens hun protocol zoo gebruikelijk was, gelijk ook te Haren,
Engelbert, Westerbroek en elders, selvs wel zonder kondiging geschiedden.
5to. Dat er uitgaven van diakonie penningen geschiedde door den
boekhouder zonder voorkennis van den kkenraad en gemeente.
Dog klager ouderling wiste zijn zeggen niet te staven, en de predikant
met alle overige kkenraads leden wisten niet anders, of alles
geschiedde eerlijk en in goeden ordre.
6to. Dat verscheiden huuren en renten niet behoorlijk op zijn
tijd aan de diakonie wierden betaalt.
Klager ouderling wiste dit al wederom met geen duidelijke
blijken daartedoen.
7mo. dat van een diaken huis in jaren geen huur betaalt was.
De predikant en overige kkenraads leden verklaarden, dit
waar te zijn dog voegden er bij, dat dit in geval zij op die inning te
sterk stonden, of die menschen, te voren uit de diakonie middelen
gealimenteert uit dat huisje zetten, er groter beswaar
van te wagten hadden.
Art. 5
Na dat deze frivole beswaren door den onrustigen ouderling
Roelfs als
boekhoudend diaken rekening gedaan

Den 17den maij 1789
De scholtus Jacob Roelfs zes jaren tot genoegen den plaats als
diaak bedient hebbende, moest er nu een ander in desselvs plaats
verkoren worden, tot dat einde zijn, na voorgaande kerkkondiging, den
17den maij de kerkenraad en mans ledematen in het choor der kerk
't saam gekomen, en is toen met meerderheid van stemmen op nieuws
weer ingekosen Jacob Roelfs om als boekhoudend diaak te continueren,
hiertoe bovengemelde ook bewilligt hebbende in zulks den
volgenden zondag der gemeente van den predikstoel bekent gemaakt

Den 8den junij [1789] heeft Jacob Roelfs als afgaande maar thans
op nieuws weer ingekosen boekhoudend diaak rekening gedaan
 
 
 
 
 
 
diaken/diaak/diacon/dejako/dikun =
in de protestantse kerk is een diaken iemand die gaat over de kerkelijke armenzorg. Diakenen vormden vaak een doorsnee van de bevolking; er zijn zelfs voorbeelden van arbeiders die diaken zijn. Maar: voor diakenen gold met name het criterium dat ze niet tot armoede dreigden te vervallen, laat staan dat ze arm waren. De reden is duidelijk: voor armen is de verleiding te groot zichzelf te bedélen.
Meestal zijn er 2, soms 3 tegelijk in functie. Ze werden als regel voor twee jaar verkozen, tweede jaar boekhouder, aftredend na afrekening. De Dordtse Kerkordeplaatst de armenzorg in een breed kader. Art. 25 luidt: “Der Diakenen eigen ambt is, de aalmoezen en andere armengoederen naarstig te verzamelen, en die getrouwelijk en vlijtiglijk, naar den eisch der behoeftigen, beide der ingezetenen en vreemden, met gemeen advies uit te deelen, de benauwden te bezoeken en te vertroosten, en wel toe te zien, dat de aalmoezen niet misbruikt worden; waarvan zij rekening zullen doen in den Kerkenraad, en ook (zoo iemand daar bij wil zijn) voor de gemeente, op zulken tijd als de Kerkeraad het goedvinden zal”.
In de stad Groningen lag het iets anders. Daar was al vroeg in de 17e eeuw besloten dat de kerkenraadsleden alleen uit de grote burgerij (d.w.z. het patriciaat en de rijke kooplieden) en universiteit mochten komen. Er was zelfs een verdeelsleutel: patriciaat 4, grote burgerij 8 en geleerden 4. Voor de kleine burgerij was het onmogelijk een dergelijke functie te bekleden, laat staat voor de arbeiders. Overigens is aan de quotum regeling niet de hand gehouden. De functie van diaken werd vaak gezien als een opstapje naar andere bestuurlijke functies

De werkzaamheden van de diakenen strekten zich niet uit tot de bezittingen van de kerk. Dat deden de kerkvoogden (bij de Gereformeerde kerken van later tijd: commissie van beheer). Wel konden er diakoniegoederen zijn, in zekere zin dus ook kerkelijke bezittingen, waarvan de opbrengst specifiek voor de armenzorg was. Met boekhouding hielden ze zich alleen bezig voor zover die voortvloeide uit hun activiteiten op het gebied van armenzorg. De diakoniekassen, de diakoniegoederen enz. bleven gescheiden van de kerkelijke goederen en
kerkelijke fondsenkerken
 
 
 
 
 
gezworene = iemand die een ambtseed heeft afgelegd, bijvoorbeeld als raadsheer, gildebestuurder of waagmeester. M.b.t. tot de stad Groningen en haar jurisdictie komt de term Gezworen Meente voor. Het belangrijkste orgaan t.a.v bestuur, rechtspraak en wetgeving in de stad Groningen werd gevormd door Burgemeesters en Raad. Deze zogenoemde zittende raad bestond uit 4 burgemeesters en 12 raadsheren. Zij werden in alle belangrijke zaken (denk aan het sluiten van verdragen, indienen/afschaffen van wetten of de aanbesteding van nieuwe versterkingen) geadviseerd door een college van 24 mannen, gekozen uit de aanzienlijkste burgers van de stad, de Gezworen Meente. Zo genoemd omdat ze zich jaarlijks door een plechtige eed verbonden tot dienst aan de (stads)staat. De Gezworen Meente koos uit hun midden een drietal woordvoerders, “taalmannen” genaamd.
De ambtsduur van een Gezworene in het college was 2 jaar. Elk jaar traden 12 leden af en werden 12 nieuwe leden gekozen.  De wetgevende, bestuurlijke macht en de rechtspraak bleef in handen van burgemeesters en raad, maar het werd gewoonte dat ze geen besluiten namen zonder de adviezen van de Gezworen Meente te hebben vernomen. De burgemeesters losten elkaar per kwartaal af. De burgemeesters en raadsheren worden eens per jaar (op 8 februari) gekozen door de 24 leden.
De gezworen meente is te vergelijken met de huidige gemeenteraad. De Taalmannen (samen met de niet-presiderende burgemeesters) treden op als het dagelijks bestuur van de stad en zijn mede verantwoordelijk voor de rechtspraak
 
 
 
 
 
 
 
 


controle van de gegevens.

nu er meer aktes zijn die je kan raadplegen. wil ik de fouten er zo veel mogelijk uit halen

Daarom geen gegevens op het ogenblik

willem